Buitenland is een gehucht in het noorden van de
Belgische gemeente Bornem in
de provincie Antwerpen. Het gehucht is gelegen aan
de Schelde.
Buitenland bevindt zich vlak aan de Scheldebrug van Temse aan
de N16. Aan de noordzijde van de brug ligt
Temse in de provincie Oost-Vlaanderen. De Schelde vormt hier dus de
provinciegrens. Naast de N16 gaat ook de spoorlijn 54 Mechelen -
Terneuzen hier de Schelde over.
Vroeger was Buitenland moerasgebied. In de loop der eeuwen
werden dijken aangelegd en land gewonnen. De naam "Buitenland" (ook
"Buytenland" of "Buijten landt") verwijst vermoedelijk naar land
dat buiten de dijken was ingewonnen op de moerassen.[1]
De naam wordt voor het eerst teruggevonden op een Sanderuskaart van 1641.
In 1552 brak de Scheldedijk er.[2]
Hierdoor werd een kolkgat of wiel geslagen: het
Kragewiel. De naam Kragewiel zou een verbastering zijn van
Krochterwiel. Men kreeg de dijkbreuk niet gestopt. Daarom
droeg men het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de
Krocht uit de Onze-Lieve-Vrouw-
en Sint-Leodegariuskerk van Bornem naar het water. Onmiddellijk
zou de doorbraak gestopt zijn.
Tot 1845 was het gebied bijna onbewoond. De volkstelling van 1796 vermeldt dat er op dat
moment 8 gezinnen wonen, samen bestaande uit 28 personen. Drie jaar
later werden nog slechts 11 bewoners geteld. Een kaart uit 1804
geeft aan dat er een grote boerderij stond van de familie Merckx en
daarnaast nog 4 huizen. Vanaf 1845 veranderde de situatie; toen
werd een mandenmakerij opgericht. Na verdere inpoldering groeide
het gehucht onder stimulans van het familiebedrijf uit tot een
woonkern. Het gehucht heeft geen kerk of school. Het blijft tot op
heden nog steeds een biologisch waardevol gebied.[3]
De enige boerderij die eind 18e eeuw in Buitenland stond, behoorde
aan de familie Merckx. Philip Merckx (1778-1863) begon er met het
telen van wissen en het vlechten van manden. In 1845 startte hij
samen met Gaspar Broeckx een professionele mandenvlechterij: "De Compagnie". Frans Merckx
(zoon van Philip en schoonzoon van Gaspar Broeckx) bouwde deze
verder uit. Hiermee was de basis gelegd voor een bloeiende
industrie, met op het hoogtepunt mogelijk zelfs zo'n 200
werknemers. Zowat het hele Buitenland kwam in handen van de familie
Merckx en het aantal huizen nam snel toe. Tot eind jaren 1920 bleef
Buitenland een belangrijk centrum van mandenvlechterij.[4]
Daarna ging het achteruit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam er een kleine
heropleving, maar in de jaren 1950 was die alweer ten einde.
Concurrentie van andere metalen en kunststoffen en van producten
uit goedkopere landen, maakten een einde aan deze industrie.
Onder impuls van de familie Merckx werden in de loop der jaren een
aantal belangwekkende bouwwerken opgericht in Buitenland. Enkele
daarvan zijn intussen terug verdwenen, maar het geheel maakt dat
Buitenland vermeld wordt op de Inventaris van het
Bouwkundig Erfgoed.[5]
Belangrijke bouwwerken bevinden zich vooral in de straat
Buitenland, en in beperktere mate in de straten Reek en Vitsdam.
Onder meer de Sint-Jacobstoren,
het Reuzenhuis
en de Gildekamer zijn
vermeldenswaard.
A
postcard or
post card is a
rectangular piece of thick paper or thin
cardboard intended for writing and mailing without
an
envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as
wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the
Copper Country of the U.S. state of
Michigan, and
coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for
a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de
jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een
gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën
gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.