Antwerpen (
Frans:
Anvers) is de hoofdstad van de
provincie Antwerpen en van het gelijknamige
arrondissement, in
België. Antwerpen is qua inwonertal de grootste gemeente van België. Naar oppervlakte is het de op twee na grootste gemeente, na
Doornik en
Couvin.
De stad ligt grotendeels op de rechteroever van de Schelde en heeft een uitgestrekt havengebied met internationaal vrachtvervoer. Het is na Rotterdam de tweede haven van Europa. Van groot economisch belang is de petrochemische bedrijvigheid bij Antwerpen. De stad is ook een wereldcentrum voor diamanthandel.
Antwerpen is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Antwerpen. De gemeente zelf telt 12 gerechtelijke kantons. De stad is ook zetel van het Rooms-katholieke bisdom Antwerpen en het Anglicaanse aartsdekenaat Noordwest-Europa.
De inwoners van Antwerpen worden wel Sinjoren genoemd, naar het Spaanse woord señor. De stad zelf wordt door sommige van haar inwoners afgekort ´t Stad en soms de koekenstad genoemd, dit laatste vanwege de vele koekenfabrieken in Antwerpen. De Beukelaer en Parein waren daarvan de bekendste.
Anvers (prononcé [ ɑ̃.vɛʁs ] ou [ ɑ̃.vɛʁ ]1, en néerlandais : Antwerpen) est une ville belge dans la Région flamande, chef-lieu de la province d´Anvers et de l´arrondissement administratif du même nom.
Au 1er janvier 2015, la commune d’Anvers était la plus peuplée de Belgique avec 514 952 habitants, 255 938 hommes et 259 014 femmes. L’agglomération anversoise compte 1 250 000 habitants. C´est également la troisième commune et ville de Belgique pour ce qui est de la superficie, avec 204,51 km2.
Les codes postaux vont de 2000 à 2600 à l’intérieur du district de la ville d’Anvers, située principalement sur la rive droite de l’Escaut et connue pour son port international de marchandises extrêmement développé.
Les Anversois sont aussi appelés les Sinjoren, de l’espagnol señor. La ville est souvent appelée ’t Stad (« La Ville ») et parfois de koekenstad (« la Ville des biscuits », par allusion aux koffiekoeken d’Anvers) par les Anversois.
A
postcard or
post card is a rectangular piece of thick paper or thin
cardboard intended for writing and mailing without an
envelope. Shapes other than rectangular may also be used. There are novelty exceptions, such as
wood postcards, made of thin wood, and copper postcards sold in the
Copper Country of the U.S. state of
Michigan, and
coconut "postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for a letter. Stamp collectors distinguish between postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed on them). While a postcard is usually printed by a private company, individual or organization, a postal card is issued by the relevant postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer Theodore Hook from Fulham in London, England. The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la forme d´un morceau de papier cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format le plus courant est le format A6, soit 10,5 × 14,8 cm), envoyé sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde een afbeelding. In de eerste tijd, eind negentiende eeuw, noemde men het ook wel aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens) gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd voor het beeld.